Overwinteren 8 - Marokko expeditie week 2

Op zondagmorgen 28 januari komt er een groepsapp binnen… om 9:45 extra briefing in verband met een aankomende storm. Het blijkt dat het niet verantwoord is om ons oorspronkelijke programma te volgen om nog verder richting het zuiden via Merzouga naar Taouz te reizen. Er wordt juist in dat gebied zware stom voorspeld. Dus …. change of plans … we gaan op weg naar de Gorges du Todhra, wat voor de volgende dag gepland was, want in dat deel is het iets beter weer.

We bekijken onderweg de ondergrondse irrigatiekanalen uit de 14e eeuw bij bij Khettara in Tafilalt. Een voor die tijd ingenieus systeem! Onderweg horen we dat zware sneeuwval met ongebruikelijk lage temperaturen in het Atlasgebergte veel bewoners in de problemen brengt. Ook in Europa is het al misse boel horen we … in Parijs code rood vanwege wateroverlast. We rijden verder langs de fraaie palmenoase bij Tinghir en rijden dan de smalle kloof van de Gorges du Todhra in. De rode rotsen torenen hoog boven ons uit. Het lijkt telkens of we niet verder kunnen, maar dan loopt de weg toch weer verder de kloof in en uiteindelijk zien we al wat andere campers staan op de parking op 1450 meter hoog met een fantastisch uitzicht op de kloof en de bergen! Ook hier weer veel handelaren met of zonder ezeltje uit de bergdorpjes die van alles-en-nog-wat te koop hebben. Het wordt er niet echt warmer op en ook begint het te regenen, dus maar lekker warm binnen in de camper blijven.

De andere morgen wordt er rond 9:00 uur op de camper geklopt. We waren nog maar even blijven liggen want we hoorden de regen op het dak tikken… We schuiven het gordijn open en moeten dan nog even met onze ogen knipperen van verbazing …. Alles is wit van de sneeuw en niet zo’n klein laagje ook. Dus, de geplande tocht nog 20 kilometer dieper de kloof in, gaat niet lukken. Maar wat dan ? Hans en Nancy gaan met hun truck op verkenning. We blijven ondertussen lekker binnen want het blijft maar regenen, de sneeuw smelt wel wat weg maar het wordt ook een enorm drassige boel. We zien wat Marokkanen langskomen die zich in allerlei poses suf fotograferen in de sneeuw … ook voor hen is dit zeer ongebruikelijk, normaal is het hier circa 20 graden. Er komt ook een soort veegwagen langs, maar die veegt (nog) niet. De mannen zijn daarentegen erg druk met foto’s maken van zichzelf in de sneeuw. Na een kleine 2 uur komen Hans en Nancy terug. Het plan is om weg te gaan van de berg omdat het nog weer gaat vriezen en dan wordt het een glijpartij als we nog langer blijven. Ze hebben een camping gevonden beneden (ook nog 1280 m hoog) in het dorp en we rijden in konvooi achter hun truck aan over de drabbige weg naar Tinghir. Als het weer morgen goed is gaan we naar de Gorges du Dades. We verheugen ons op de wandeling langs de spectaculaire rotsformaties …

Maar helaas …. weer spoedoverleg dinsdagmorgen. Er is inmiddels nog meer sneeuw gevallen in de bergen en er zijn wegen afgesloten. Het nieuws haalt zelfs de Nederlandse tv want dit is voor het eerst in 30 jaar dat dit gebeurt…. En dat nét nu wij aan het ‘overwinteren’ zijn. We kunnen ook niet via de geplande route door de Hoge Atlas naar Marrakesh want ook die weg is afgesloten. We gaan dus in twee dagen naar de kust, op dinsdag reizen we tot iets voorbij Aouluz en de volgende dag naar Essaouiria. We gaan weer op pad en komen door kleine nederzettingen waar de mensen nu in hun lemen huisjes zonder verwarming in de kou zitten. Beetje gênant eigenlijk dat wij hier nu met onze verwarmde camper rijden …. De wegen zijn niet best, veel gaten en kuilen en het schiet dus niet erg op …

Het laatste deel van de route langs de kust van Agadir naar Essaouiria is mooi maar hier en daar is de weg smal en van de rijstijl van de Marokkanen wordt je nou niet echt vrolijk. Inhalende of tegemoetkomende bussen en vrachtwagens rijden ons bijna van de weg. In Essaouiria aangekomen gaan we naar een parking nét buiten de stadswal. Inmiddels is het lekker zonnig maar nog wel te koud voor de tijd van het jaar, circa 14 graden. Het geheel ommuurde stadje is mooi en levendig met veel smalle straatjes en steegjes waar allerlei kleurrijke handeltjes aangeboden worden. Ook karren vol aardbeien, sinaasappels en mandarijnen ontbreken niet. Dat gaat hier allemaal per kilo en op een weegschaal die bij ons in het museum te vinden is. Je zoekt zelf bijvoorbeeld de aardbeien uit en geeft ze aan. Daarna moet je aanvullen tot bijvoorbeeld een halve kilo want anders is het veel te moeilijk rekenen. Via de wintercamperaars groep op facebook zie ik dat solo-Marjolijn ook in Essaouiria is. We leggen contact en ze komt even later gezellig een wijntje drinken.

’s Avonds zien we dat een politieauto stopt en er wordt er aan de deur geklopt. Of we maar allemaal willen vertrekken want we mogen hier niet overnachten. We appen de “chef” en Nancy komt uit de stad en overlegt met de mannen in rap Frans. Eindconclusie is dat we nog één nacht mogen blijven staan. Hans en Nancy vertalen dat in één dag en dus 2 nachten. De volgende dag lopen we ’s middags langs het vissershaventje en de fraaie boulevard, als we weer een groepsappje krijgen. De politie staat bij de campers en we moeten beslist weg. Dus alles maar weer opruimen en vastzetten en rijden maar weer …. De nieuwe bestemming wordt een cp iets verderop aan de rand van het stadje. Helemaal niet verkeerd, we kunnen hier zo de duinen in en naar zee lopen. Ook Marjolijn komt een tijdje later achter ons aan. ’s Avonds eten we gezellig met een groepje een heerlijke maaltijd in de stad. Er wordt hier ook wel alcohol geschonken, al zijn de prijzen daarvan wel Europees.

Op donderdag 1 februari rijden we verder van Essaouiria naar Marrakesh. De weg is goed maar het blijft uitkijken geblazen… lopers, fietsers, ezelwagentjes, loslopende honden, schapen enzovoort …. Het loopt allemaal kriskras over en langs de weg en vaak geheel of gedeeltelijk op de rechterweghelft.

Omdat we nog niet direct weer op een camping komen willen we onderweg water tanken. Bij het 1e tankstation kijken ze ons aan of we van een andere planeet komen… wat overigens hier ook wel ongeveer zo is… Bij het tweede komen er 5 mannen aan te pas en denken ze eerst dat we de camper willen laten wassen, vervolgens dat we in de watertank diesel willen, en uiteindelijk krijgt iemand een helder ogenblik en troont ons mee naar een soort put waar hij in verdwijnt en met een lopende waterslang en al weer uitkomt. Hij doet de slang in de watervul-opening. Na enige tijd begint hij wat ongemakkelijk om zich heen en uiteindelijk onder de camper te kijken waar dat water allemaal blijft …. Het blijft een cultuurshock van beide kanten hier ... We bedanken hem hartelijk en tanken dan ook de dieseltank nog maar even vol.

In Marrakesh kunnen we de camper parkeren op een overvolle parking bij de bekende Koutoubia moskee. In vijf minuten lopen zijn we vanaf daar op de Place Jemaa-el-Fnaa. Het is een waar spektakel op het plein. Allerlei eettentjes, fruit, noten, dadels, kebabs, vers geperst sap, en zo ongeveer alle prullaria die je maar kunt bedenken wordt er verkocht. Er zijn waarzeggers, verhalenvertellers, slangenbezweerders, trommelaars en andere muzikanten Er wordt (vervelend) veel moeite gedaan om je maar iets te verkopen of naar een eettentje te lokken … We schuifelen door de drukke smalle straatjes van de souks waar veel kleurige koopwaar en souvenirs in enorme aantallen te koop zijn. Het is veel van hetzelfde en we hebben het dan ook na een paar straatjes wel gezien. Op de parking is het inmiddels zo vol geworden de auto’s dubbel achter elkaar geparkeerd moeten staan. Ze mogen dan niet op de handrem of in de versnelling. Er wordt een blokje voor het wiel geplaatst en als de voorste eruit wil, wordt de achterste auto door de parkeerwachters met veel kabaal weggeduwd. Aan het eind van de avond zijn de meeste auto’s dan weer weg.

Op zaterdagmorgen lopen we een groep door de souks, bekijken het Palais de la Bahia en het El Badii paleis, althans de ruïnes daarvan en de begraafplaats en gaan daarna lunchen bij een Marokkaans eettentje. Anno zal later aanschuiven, maar appt dat ie al 50x aangehouden is en de weg is kwijtgeraakt en nu terug gaat naar de camper. Later in de middag lopen we nog een keer met ons 2-en door de souk maar worden er opnieuw niet vrolijk van. Door de drukke smalle steegjes rijden brommertjes vol gas links en rechts om je heen. Als we een soort hartige pannenkoek willen kopen, pakt de bakmevrouw er 2 en legt die op de toonbank waar we moeten betalen. De man in kwestie is echter nogal druk in discussie of heeft ruzie (dat weet je hier nooit) met een andere landgenoot. Ik zwaai nog eens en wijs naar de gereedliggende pannenkoeken. Hij blijft echter op harde toon met de andere man discussiëren en keurt mij geen blik waardig. Zoveel ongeïnteresseerdheid voor een klant wordt mij te dol en ik verdwijn. Zo’n 100 meter verderop vinden we een soortgelijk tentje waar we wél keurig worden geholpen. Na elke 5 stappen wordt er gevraagd of we tapijten, tajines of weet-ik-wat-allemaal willen kopen of in hun restaurant eten. Na deze opstoppingen moeten we nog een zebrapad over, wat hier een levensgevaarlijke exercitie is. Zodra het licht op groen springt loop je flink door. Dat helpt niet want zodra je op de helft bent is het alweer rood. De auto’s, bussen en brommertjes gaan allemaal weer rijden. Dan moet je dus doorlopen want als je stil gaat staan rijden ze gewoon om je heen (als dat lukt …). Wij vinden het dus niet erg om zondag weer verder te reizen richting een hopelijk wat rustiger omgeving…

Wordt vervolgd …

Overwinteren 7 - Marokko expeditie week 1

In de haven van Motril, met de witte toppen van de Sierra Nevada op de achtergrond wachten we op Hans en Nancy van Expedition Far East die met hun 4W-drive truck de reis zullen begeleiden. Na de kennismaking op zondag met de mede-avonturiers en de briefing met borrel op het strand, maken we op maandag 22 januari de overtocht. We worden vlotjes de boot op gedirigeerd en circa 4 uur later zijn we in Mellila, een Spaanse enclave in Marokko. Omdat het circa 19:00 uur is als we van boord gaan en al bijna donker, maken we een overnachtingsstop op een parkeerterrein aan de rand van de stad. De volgende ochtend rijden we om 6:30 in konvooi naar de Marokkaanse grens. We zijn met 9 campers en 17 personen. Er moeten nogal wat formaliteiten afgehandeld worden. Er is een veelheid aan douanebeambten en politie op de been. We moeten in de campers blijven. Op een gegeven moment moeten we allemaal de wegenkaart inleveren. Deze (Duitse) kaart is kennelijk sinds kort (naast de Michelinkaart) ook verboden omdat er een omstreden (woestijn-)gedeelte van Marokko op te zien is. De koning wil het toerisme bevorderen, maar dan lijkt ons dit niet de handigste manier …. Er worden willekeurig wat campers van binnen bekeken, ook de onze… De agent in kwestie schijnt wat met een zaklantaarn langs de kastjes en wil even de toiletruimte zien. Ik doe nog maar een keukenlaatje voor hem open en dan is ’t ie tevreden. Heeft ie gelukkig de wijnkelder niet gezien… Na een kennelijk zeer snelle afhandeling van circa 1,5 uur mogen we verder rijden.

Het is een ware cultuurschok als we Marokko binnenrijden. Er is een enorme drukte op straat. Overal rijden en staan auto’s, ezelwagentjes en mensen en er ligt veel afval langs de straat. Daarna maken we een stop in Oujda waar we met hulp van Nancy in een piepklein telecomwinkeltje allemaal voorzien worden van een Marokkaanse simkaart in onze smartphones. Dat communiceert wat handiger en uiteraard goedkoper … Hierna kan ieder zijn eigen route en tempo rijden. Aan het eind van de dag parkeren we de campers in de woestijn in het zand van het plateau du Rekkam, niet ver van de Algerijnse grens. Het is er oorverdovend stil en ’s avonds is er alleen het licht van de maan en de sterren.

De volgende dag rijden we verder en maken een tussenstop in Bouârfa waar we tanken en wat brood en fruit en groente inslaan. Veel ezelwagentjes, de wat modernere variant met een bromfiets ervoor en overal lopen mensen kris kras over straat. Veel opschriften zijn in het Frans wat het wel iets gemakkelijker maakt, want die Arabische tekens hebben we voorlopig nog niet onder de knie …

We rijden verder over het op circa 1200 meter hoog gelegen plateau du Rekkam en moeten langs 4 politiecontroleposten. We moeten dan een ‘fiche’ afgeven waar al onze gegevens alvast ingevuld zijn en waar ons Marokko-nummer op staat wat bij de grens in het paspoort gezet is. De meeste agenten zijn allervriendelijkst, spreken Frans en vaak ook Engels, vragen soms waar we heen gaan en wensen ons een goede reis. Even na de middag komen we aan in Figuig, wat in het zuidwestelijke punt tegen de Algerijnse grens aan ligt. We overnachten op een soort camping bij een hotel in het stadje. Gezamenlijk maken we een wandeling langs de oase, een plantage met dadelpalmen en een ingenieus, deels ondergronds, bewateringssysteem. We bekijken ook de Ksar Zenaga, een architectuur waarbij de huizen zijn opgetrokken uit gestampte aarde en leem met overdekte gangen waardoor het er altijd lekker koel is. Nog steeds bewoond en het ziet er povertjes uit in onze ogen.

Op donderdag gaan we weer terug via Bouârfa en rijden naar de Source Bleue de Meski waar we overnachten in een oase van palmbomen die gevoed wordt door een natuurlijke bron, die weer in een bassin op de camping uitkomt. Mohammed en zijn familie, inmiddels vrienden van Hans en Nancy, ontvangen ons hartelijk. Er zijn ook wat winkeltjes op het terrein en uiteraard willen ze graag dat we wat kopen. Zo graag dat ze dat ongeveer elk half uur komen vragen … Ruilen kan ook, sokken, T-shirts of koffie, het is allemaal welkom.

’s Avonds gaan we eten bij de familie Mohammed die iets verderop in het, in onze ogen, armoedige stadje woont. Kleine kale huisjes en weggetjes van zand en stenen er tussen door. Met z’n 17-en schuiven we aan de fraai gedekte tafel en krijgen eerst een salade met lekker Marokkaans brood. Daarna de bekende tajine stoofschotel met couscous, aardappel, groenten, kruiden en met of zonder kip- of kalfsvlees en een glas water erbij. Als toetje een schaal met appels en mandarijnen. De bediening bestaat uit Mohammed en zijn zonen of neven, de vrouwen koken en doen de afwas. Als we later in de keuken mogen kijken (alleen de vrouwen dan) blijkt dat ze de afwas met 4 of 5 vrouwen gebukt staan te doen bij een teiltje op de grond …. Daarna worden we meegenomen een paar huizen verderop naar een ruimte wat een heus oldtimer muziekmuseum lijkt te zijn. Anno ontdekt zelfs een gitaar waar de Beatles ooit mee speelden. Er zijn banken, stoeltjes en er zijn muzikanten! Er komt zelfs een kennelijk internationaal bekende musikant: “Mouloud El Meskoul” en er wordt Sahara en Afrika muziek gespeeld, wat verrassend goed klinkt. Regelmatig wordt er gewisseld van muzikant of schuiven er andere aan en worden allerlei acts en dansjes gedaan waar we af en toe aan mee doen. Heel bijzonder …

Op vrijdag de 26e januari wandelen we naar de ruïnes van Meski, eigenlijk het oude dorp. Vanwege de moeilijk bereikbare ligging is het nieuwe dorp verderop gebouwd. Zo’n 75 jaar geleden was hier de laatste bewoning. De rivierovergang via een bruggetje van palmentakken blijkt weg te zijn. We moeten dus over de rivier via stapstenen. En dat blijkt niet voor iedereen even simpel … Mohammed vertelt van alles over de ruïnes en de palmenoase erachter. Op de terugweg zien we de vrouwen van het dorp de was doen in de rivier. Dit is zoals het nog steeds gebeurt hier! Jammer genoeg mogen we geen foto’s hiervan maken. In dit deel van Marokko kan je beter man zijn, lijkt mij …

Wanneer we later weer met ons mobiele huis op pad gaan, zien we onderweg de ‘Oasis du Ziz’, een prachtige gedeelte met palmentuinen, groentetuintjes en verschillende ‘nederzettingen’ in een ‘kloof in het woestijnlandschap van circa een kilometer breed en circa 20 kilometer lang. We maken een tankstop in Erfoud en parkeren in het centrum. Op zoek naar brood worden we aangesproken door een Marokkaan die wel weet waar we dat kunnen halen. Hij loopt voor ons aan in rap tempo allerlei kleine steegjes door en uiteindelijk belanden we in een …. jawel … een bakkerij. We kopen vier broden voor 10 dirham, dat is ongeveer één euro. We denken dat de ‘wegwijs-marokkaan’ nu wel geld van ons wil, maar deze blijkt alweer vertrokken. Aan het eind van de middag melden we ons bij een afgesproken plek, vanwaar we in konvooi achter de 4WD Truck van Hans en Nancy aan over een onverharde piste naar onze overnachtingsplek in de woestijn rijden. Nog even flink gas geven om over wat los zand te komen en we staan …. met uitzicht op de rode duinen van ‘Erg Chebbi’. Rond zonsondergang is er briefing boven op een duintop. Het blijkt de gewoonte te zijn in de woestijn om te proosten wanneer de zon ondergaat. Hans en Nancy hebben voor wijn en heerlijke hapjes gezorgd en de sfeer zit er ondanks de koude wind goed in.

De volgende morgen klauteren we met z’n allen naar een hoge duintop en bekijken rond 8:15 de zonsopgang. We worden beloond met een fantastisch uitzicht en een fraaie zonsopgang. Om 11:00 uur komt Ibrahim met z’n dromedarissen langs en wie dat wil kan een tochtje maken door de duinen. Vooral het opstappen levert hilarische taferelen op, want zodra het beest iets op z’n rug voelt, gaat ie staan. Ja, en als je dan nog net niet zit, is dat even lastig …. Het is zonnig ondanks dat er bewolking voorspeld was en Ibrahim en zijn helpers maken er een feest van. Ze weten precies hoe alle smartphones werken en maken mooie foto’s van en voor ons. Er zijn hier veel telecommasten in de woestijn, dus internetten, m’n werk doen en whatsappen is geen probleem. Ook onze schotelantenne functioneert goed. Tot onze eigen verbazing kunnen we hier in het zuiden van Marokko midden in de woestijn (via Astra 3) het NK schaatsen op de tv zien.

Alle indrukken zijn eigenlijk teveel om in een blog te verwerken, maar hopelijk geeft dit enig idee. Wordt vervolgd …

Overwinteren 6 - Portugal/Spanje

Na nog een aantal dagen ‘lummelen’ in Falésia, wandelen/mountainbiken langs de zee en de ruige rode rotsen, een bezoek aan Albufeira en een dagje regen (wat mij weer mooi de gelegenheid geeft om wat administraties bij te werken) vertrekken we op woensdag naar Moncarapacho. De eerste cp die we bezoeken is klein, vol en scheef, de volgende heeft een bordje ‘gesloten’ op het hek hangen. Uiteindelijk komen we via allerlei akelige smalle steegjes die aan beide zijden voorzien zijn van stenen muurtjes, aan bij camping Route 66.  Er zijn allerlei cowboy-achtige bouwsels met dito teksten te vinden. Maar geen receptie of bordje óf we ons ergens moeten melden en zo ja waar dan … en of we iets moeten betalen en zo ja, wat dan.… We parkeren de camper dus maar op een vrije plek. Het terrein is vol gaten en kuilen en duidelijk nog in bewerking. Ook later op de dag kunnen we geen eigenaar of wat dan ook vinden ….  ’s Avonds blijkt er geen licht in de doucheruimte dus da’s wat lastig douchen …. Het terrein is verder ook aardedonker. We hebben het wel gezien hier en gaan de volgende dag verder. Weer is er niemand te vinden waar we zouden kunnen betalen. Gemiste kans … wij hebben ons best gedaan.

Via de kustweg vol gaten en kuilen (er is nog wel wat te doen voor de Portugezen…) komen we in het stadje Castro Marim aan. We kunnen de camper kwijt op een mixed-parking aan de rand de stad. We bezoeken de hooggelegen burcht die ook nog eens mooi zicht geeft op de rondom gelegen zoutmeren, het fraaie pleintje en sluiten af met een zonnig terrasje. We lezen dat er in de Alpen al 2 meter sneeuw gevallen is en dat er veel sneeuwoverlast is in heel Europa zelfs tot aan Madrid (behalve het zuiden dan …)

De volgende dag rijden we over een fraaie brug de grens over en Spanje weer in. We installeren ons een paar uurtjes later op camping La Aldea in El Rocio. Op zaterdag de 13e regent het ’s morgens, maar even na de middag komt de zon weer tevoorschijn. We doen de wandelschoenen aan en gaan het dorpje in. Het is een heel bijzonder dorp in een soort Western stijl. Alle wegen zijn van zand en alle huizen hebben veranda’s met palen waar je paarden aan vast kunt zetten. We komen ook inderdaad ruiters en koetsen tegen. Er liggen flinke plassen van de regen en het is flink slalommen om droge voeten te houden. Er is ook nog een fraai kerkje met veel bling bling binnenin. Op een terrasje op het dorpspleintje in het ‘centrum’ met uitzicht op het kerkje en een meertje drinken we een biertje voor één euro.

Op dinsdag gaan we verder en slaan daarbij het kustgedeelte met Gibraltar over. Daar komen we toch weer langs als we terug komen uit Marokko. We maken een overnachtingsstop in Antequera en slaan daar de volgende morgen uitgebreid levensmiddelen in bij een enorme Carrefour. Wanneer we na de middag iets voorbij Malaga een cp oprijden met circa 100 plekken, blijkt deze helemaal vol te zijn. Het is dan wel pal aan het strand, maar fraai vinden we het allerminst en we verbazen ons er dan ook over dat het vol is. We rijden wat verder naar El Rincon, waar we een camperplaats vinden met 35 plaatsen. Er zijn er nog 3 vrij, dus dat gaat lukken. Als we rechtop staan hebben we zelfs zeezicht … De Engelse eigenaren zijn alleraardigst en brengen ons (na bestelling) ’s avond een heerlijke pizza bij de camper en ’s morgens vers brood.

De volgende dag maken we een flinke rondwandeling in de omliggende heuvels en komen via allerlei steile bospaden uiteindelijk terecht op een enorm uitgestrekt golfterrein waar we op de één of andere manier niet meer uit kunnen. We lopen telkens vast tegen een hek of een muur o.i.d.  De berijders van de langsrazende golfkarretjes kunnen ons gelukkig in goed Engels weer op het juiste pad brengen… Terug bij de camper puffen we uit in het zonnetje met een koel biertje. Terwijl er in Nederland en omliggende landen code rood is vanwege de storm, hebben wij code oranje van de zon …  Op vrijdag de 19e pakken we ons boeltje weer op, vullen onderweg nog de lpg en de dieseltank en rijden langs de rommelige kust verder. Tussen Nerja en Salobrena wordt de kustweg rotsachtiger met fraaie vergezichten. Als we Motril naderen krijgen de niet-zo-fraaie kassen tegen de berghellingen de overhand. We parkeren ons mobiele huis op een camping even voorbij Motril.

Op zondagmorgen worden we verwacht bij Hans en Nancy op het strand bij de haven voor de kennismaking met de andere medereizigers en de 1e briefing voor de Marokkoreis. Van daaruit worden we ingescheept en worden we met onze campers in circa 3 á 4 uur overgevaren naar Melilla. Van daaruit begint dan onze expeditie …. we gaan het zien!

Wordt vervolgd ....

NB: de temperatuur wordt nog wel eens gevraagd: die ligt tussen circa 15 en 22 graden. Tussen 11:00 en 16:00 is het op z’n warmst. De zon heeft al wel veel kracht momenteel. Tot nu toe hebben we minder dan 5 regendagen gehad.

Overwinteren 5 - Portugal, Algarve

Op 1e Kerstdag houden we samen met de (solex-)buren een bbq. Het is wat winderig en is wat regen voorspeld, dus er wordt een windscherm gefabriceerd en één camper wordt andersom gezet zodat we droog onder de luifels kunnen zitten mocht het gaan regenen. We beginnen vroeg, want dan is de temperatuur nog goed. Met de regen valt het uiteindelijk wel mee maar rond half acht is het toch zo langzamerhand te koud geworden om buiten te zitten. Op 2e Kerstdag is het opruimen en afwassen geblazen, maar gelukkig schijnt de zon alweer volop!

Regelmatig komen er leuke en minder leuke berichten uit Nederland, echter het telefoontje wat we op 27 december van de buren krijgen, slaat in als een bom. Jacob, de weduwnaar van de (ook al veel te jong overleden) oppasmoeder van zoonlief, heeft een motorongeluk gehad en is aan zijn verwondingen overleden. Slechts 67 jaar … en dat terwijl hij nu genoot van zijn kleinkinderen. Bah, wat is het leven toch oneerlijk …. We houden contact met de kinderen en kunnen zelfs, dankzij de moderne technieken, via een livestream de afscheidsdienst ‘bijwonen’.

Op de laatste dag van het jaar is er s morgens om 11:00 uur op de camperplaats een gezellig samenzijn met één of meer glazen sangria. Om half drie ’s middags kunnen we zoonlief in Darwin al een goed en succesvol nieuw jaar wensen. ’s Avonds gaan we met een groepje naar een Portugees restaurant in het stadje Silves. Er wordt daar een heus nieuwjaarsfeestje gehouden. De obers maken er ook een dolle boel van en hebben misschien zelf wel de grootste lol. Na het eten begint er een orkestje te spelen en wordt er ruimte gemaakt om te kunnen dansen. Om 23:00 uur (24:00 in Nederland) wensen we elkaar al een goed nieuw jaar. Even vóór de jaarwisseling krijgen we per stel een fles champagne, een feesthoedje en meer van dat soort dingen, wat hilarische taferelen oplevert. De Zweden en Noren aan de tafel achter ons komen ook helemaal los. Verder zijn er nog wat Fransen, Engelsen en Duitsers. Internationaal feestje dus, wat uitstekend lukt … Er wordt hier in Silves geen vuurwerk afgeschoten; ook niet op een centraal plein o.i.d. Geen ongelukken, geen bange honden, geen rotzooi op straat, ik vind het nog niet zo gek … Overigens is er wel centraal vuurwerk op het strand in de iets grotere stadjes zoals Portimão, Albufeira etc. Voor diegene die nog geen persoonlijk bericht van ons gehad hebben: Een gezond en voorspoedig nieuw jaar gewenst !!

Op dinsdag de 2e januari vinden we het tijd worden om weer verder te trekken. We nemen afscheid van de buren en belanden circa 20 kilometer verderop bij Mikki’s Place. Een camperplaats waar we al veel van gehoord hadden. De eigenaresse is nogal creatief en het terrein staat dan ook vol potten/pannen/kruiken en allerlei ‘dingetjes’, alsmede veel struiken en bloemen. Er zijn groente- en kruidentuintjes en een mooie vijver c.q. zwembad. Een soort oude groentekas op het terrein is verrassend gezellig ingericht met een mooie bar, tafels en zitjes en een bibliotheek. We vermoeden dat de eigenaren zelf geen camperaars zijn, want de plaatsen zijn óf moeilijk bereikbaar, te klein of scheef en het is uitkijken geblazen met alle potten, pannen en gestapelde stenen …

De hoogteverschillen zijn in dit deel van de Algarve wel wat minder heftig, dus fietsen we ’s middags naar het stadje Pera en het strand waar uiteindelijk het pad weer gewoon ophoudt … iets wat hier vrij gebruikelijk is. We zeulen een stuk met onze fietsen door de duinen om een paar honderd meter verderop weer via een vlonder verder te kunnen fietsen. We zijn dan in Armação de Pera en daar zijn de terrasjes aan de kleine boulevard flink vol. We vinden nog een plekje met uitzicht op zee en laten ons het biertje goed smaken. Teruggekomen op de camperplaats kletsen we in de gezellige bar wat bij met wat (on)bekende solo’s en anderen die we hier treffen en laten ons uiteindelijk door de Duitse kok verrassen met hutspot.

De volgende dag trekken we de wandelschoenen aan en lopen op goed geluk de heuvels achter de cp in. Na weer een aantal op-niets-uitlopende-wegen vinden we een aardige route die ons mooie uitzichten biedt op de omgeving en de zee. We treffen een roedel wilde honden in allerlei soorten en maten, maar gelukkig zijn zij banger voor ons dan andersom.

We hebben het wel gezien hier en gaan de volgende dag een eindje verderop, naar Algarve Motorhome Park Falésia in de buurt van Albufeira. Van dezelfde eigenaar als de cp in Silves. Of het scheelt dat hij ons daar al ontmoet heeft weten we niet, want eigenlijk is het vol, maar na enig speurwerk blijkt er toch nog wel een plaats voor ons te zijn. De plaatsen hier zijn flink groot en ook het terrein is groter. Verder is ook hier weer alles aanwezig voor het vullen, lozen en wassen en zijn er verschillende supermarkten op loop- en fietsafstand. In plaats van uitzicht op ooievaars hebben we hier uitzicht op een schaapskudde.

Dezelfde middag lopen we naar het strand en de bijzonder fraaie rode rots kliffen die circa 600 meter achter de cp liggen. We lopen tot bijna het volgende dorpje over de kliffen langs zee en lopen dan via een bospad terug. Er valt hier genoeg te wandelen en Anno ontdekt de volgende dag ook leuke mountainbike paden. Dus hier houden we het wel een paar dagen uit ….

Wordt vervolgd …

Overwinteren 4 - Portugal, Algarve

Het blijkt dat we wel geluk gehad hebben met onze ruime camperplek met fraai uitzicht en dat voor vijf euro per dag. Regelmatig zien we mensen tevergeefs naar een plek zoekend langskomen. Velen blijken zo tegen Kerst en Oud/Nieuw te zorgen voor een vaste stek. We staan - niet gepland, maar wel gezellig – naast twee solex camperstellen.

Er komen af en toe ook solo’s en/of solexen langs die op een camperplaats in de buurt staan. We maken wandelingen in de omgeving of naar het stadje voor één van de vele terrasjes of gaan daar af en toe gezamenlijk met campervrienden uit eten. We horen alarmerende weerberichten uit Nederland; alle kleuren codes zijn al aan de orde geweest. Het klinkt erg onwerkelijk terwijl hier elke dag de zon weer schijnt. Alhoewel we ook hier op zondag de 10e december een code oranje hebben vanwege een verwachte storm! Het blijkt uiteindelijk mee te vallen en zich te beperken tot ’s nachts wat flinke wind en regen.

Op woensdag de 13e maken we met de camper een uitstapje naar het hoogste punt van de Algarve: Foia op zo’n 900 meter. Als we in de smalle straatjes van het plaatsje Monchique onze camper eindelijk ergens kunnen parkeren blijkt het al een hele speurtocht om de Tourist Information te vinden. Ons plan is om van daaruit naar de top te lopen, maar dat wordt ons door de dame van TI erg afgeraden. De route is namelijk wel bewegwijzerd, maar die is niet erg betrouwbaar, iets wat ons hier inmiddels wel bekend in de oren klinkt. We volgen dan maar het advies op om verder naar boven te rijden, daar de camper te parkeren en van daaruit een route rond de top te lopen. Het weer is prima en de route blijkt flink te dalen en te stijgen, dus onze kuiten worden danig op de proef gesteld. Het uitzicht is mooi maar ook hier blijkt de bewegwijzering niet altijd even duidelijk zodat onze tocht iets langer wordt dan gepland …

Fietsen is hier niet zo gemakkelijk vanwege de fikse hoogteverschillen. Zelfs met de mountainbike kost het Anno nog behoorlijk wat moeite. Dus we lopen hier veel, naar één van de drie supermarkten, de markt, het centrum met allerlei winkeltjes, terrasjes en restaurantjes, of in de omgeving in de heuvels of langs de rivier.

Vanwege een accuprobleem (we zitten in één klap ’s avonds in het donker en zonder tv) reizen we maandag de 18e zo’n 15 km verderop naar Armação de Pera naar Camper Technik Algarve. De eigenaar Ingo Bruhns is een Duitser en dat blijkt wel handig voor de communicatie als hij contact opneemt met onze camperdealer in Duitsland. Het blijkt een garantiekwestie en er worden 2 nieuwe accu’s besteld. Tot die tijd moeten we zuinig met energie doen, want alles moet nu via één verminderd functionerende accu. Overdag wordt ie wel geladen door de zonnepanelen en ’s avonds kunnen we het dan net redden met een paar lampjes en de tv een paar uurtjes aan. Er is wel elektra op de CP maar niet alle plaatsen kunnen aangesloten worden want dan knalt het elektriciteitsnet er uit. En één extra plaats aansluiten blijkt niet te gaan ….

Op woensdag gaan we met z’n zessen met de bus naar Portimão. We gaan al vroeg op pad, om kwart voor negen, en halen maar ternauwernood de bus. We dolen wat door het stadje, het winkelcentrum, de chinese winkels met duizenden spulletjes, zien de kerstman en de kerststal, eten wat, drinken wat en rollen aan het eind van de dag de bus weer in om tijdens een ‘happy hour’ in de laatste zonnestralen de dag te evalueren.

Op vrijdag de 22e krijgen we een telefoontje dat we de accu’s kunnen ophalen. We (nou ja, Anno dan …) moeten ze er dan wel zelf inzetten, want anders wordt het na de kerstdagen. Na een probleemloze installatie de volgende morgen wordt alles al snel weer via de zonnepanelen opgeladen en functioneert onze stroomvoorziening weer.

Op zondag de 24e is er hier op de CP om 11:00 uur ’s morgens een ‘Christmas Party’ wat inhoudt dat we allemaal een ‘Christmas Cake’ krijgen en één of meer glaasjes rode of witte port. Het smaakt goed en in allerlei talen wordt er gezellig gekwebbeld.

Later meer ….

Voor nu: Iedereen fijne dagen en een gezond en voorspoedig 2018 gewenst !!

Overwinteren 3 - Portugal, Algarve

Op maandag de 27e november houden we rust- en wasdag en ik video-chat maar eens even bij met zoonlief in Australië. De volgende dag bezoeken we met de-auto-van-de-dochter-van-Henk het stadje Nazaré waar er vanaf de vuurtoren bij Sitio een prachtig uitzicht is over de zee en de grillige rotsen. Het is voor het eerst wat druilerig en zo gaandeweg de middag gaat dat over in flinke regen. We rijden nog even langs Foz de Arelho aan de fraaie lagune van Obidos. ’s Avonds eten we bij een rasecht Portugees restaurantje met de dochter van Henk en de Portugese schoonzoon. De voertaal is voornamelijk Engels en we worden in rap tempo bijgepraat over de Portugese economie, de banken, waar het EU-geld gebleven is, het toerisme en zo wat meer… Het eten is perfect en de rekening valt alweer mee, voor circa 11 euro hebben we 2 à 3 glazen wijn gehad, een hoofdgerecht met vis of vlees met alle bijbehorende aardappelen/friet/groenten/salade e.d. en dan nog koffie na.

De zon is weer terug als we de volgende dag afscheid nemen en ons mobiele huis weer aanslingeren. Eerst gaan we naar het middeleeuwse vestingstadje Obidos, wat beslist de moeite waard is. Authentieke smalle straatjes met kasseien, witgekalkte huizen met blauw omrand en alles geheel ommuurd door een stadswal. ’s Middags rijden we verder langs de westkust waar met name rond Ericeira er weer prachtig zicht is op rotsen en zee.

Na een overnachting in Sintra worden de kuiten en beenspieren flink getest als we door de steile straatjes van het stadje al dolend uiteindelijk het station vinden. We kunnen er warempel gewoon een papieren treinkaartje naar Lissabon kopen.

Weg- en route aanduidingen zijn niet de sterkste eigenschappen van de Portugezen want ook in Lissabon aangekomen, moeten we zeer geregeld de weg vragen. Gelukkig wemelt het van de politieagenten die doorgaans vriendelijk in het Engels ons weer op het juiste pad weten te brengen. Bovendien zijn de straatjes behalve steil ook nog eens vol met auto’s waardoor het flink uitkijken is. We nemen daarom maar een korte toer met een soort ‘sightseeing ’bus. We verbazen ons erover dat deze zich met ware doodsverachting door de smalle en steile straatjes en om allerlei auto’s, paaltjes en andere obstakels heen manoeuvreert. We moeten er niet aan denken om dat met de camper te moeten doen … Als we weer wat bijgekomen zijn met een biertje kost het nog flink wat stijgen en dalen kriskras door de steile straatjes heen voordat we uiteindelijk het station weer terug vinden. Zelfs Anno’s befaamde ingebouwde kompas laat het hier afweten…

De volgende morgen is het een drukte van belang rondom onze camper. Het blijkt op 1 december hier Onafhankelijkheidsdag te zijn en dus een vrije dag, in ieder geval voor de kinderen. Op het voetbalveld voor de neus van onze camper wordt er door kleine Ronaldo’s-in-de-dop flink hun best gedaan, aangemoedigd door de ouders. Een leuk schouwspel, lekker warm binnen achter de voorruit terwijl de ouders ietwat kleumend (het is een koude nacht geweest….) erbij staan.

Even later verlaten we Sintra en komen rond de middag via een akelig smal en steil weggetje aan op de ietwat verouderde camping met de fraai naam Parque de Campismo de Pisceleiros, gelegen in het natuurgebied Parque Natural da Arrabida. Beetje armoedig, veel oudere caravans waar - naar wij vermoeden - mensen het hele jaar in wonen. Maar het zonnetje blijft maar schijnen en dus laten wij onze bergschoenen maar even uit in de fraaie omgeving. Ook hier weer flink kuitenbijten ….

De volgende dag rijden we al hobbelend (het EU-geld wordt hier in ieder geval niet voor de wegen gebruikt …) verder en komen op zaterdagmiddag aan op een parkeerplaats aan de westkust in Odeceixe. Een soort gedoogplaats waar campers mogen overnachten met een bijzonder fraai uitzicht op de Atlantische Oceaan en de rotsen. Geen wonder dat er toch wel circa 10 campers staan! We maken ’s zondags bij stralend weer een wandeling over de rotsen en langs de zee.

De westkust is mooi en dat zien we ook als we de volgende dag verder rijden via Aljezur en Carrapateira naar de uiterste ZuidWest punt van Europa: Cabo de São Vicente met op het uiterste puntje de vuurtoren. We overnachten op een grote mixed parking iets verderop in Sagres met een apart gedeelte voor campers. Boven op de rotsen zien we de zon in zee zakken …

De volgende dag hobbelen we verder naar Silves waar we na één nacht op een (voor ons tijdelijke) CP uiteindelijk op CP Algarve Motorhome Park nét iets buiten het stadje terechtkomen. Er zijn direct in en om het stadje zo’n drie CP en deze zijn alle nagenoeg vol. We zitten op circa 5 minuten lopen van de supermarkt en 15 minuten van het historische centrum. We spreken ook al diverse solo- en solox-camperaars. Er zijn er veel die in de Algarve rondzwerven. Ook hebben we de ooievaars weer gevonden en we kunnen vanuit de camper hun capriolen volgen …

Wordt vervolgd ….

NB: dank voor de reacties tot nu toe, zowel via deze blog als op andere wijze, ook voor het meeleven met de sterfdag van Henk. Het gemis blijft, uiteraard ook op alle andere dagen, maar zowel Henk als Ineke reizen altijd met ons mee, en we zijn ook dankbaar dat we van dit alles toch weer zo kunnen genieten.

Overwinteren 2 - Portugal

Op maandag 20 november laten we het drukke en toeristische Albir achter ons en reizen verder langs Benidorm en Alicante. We verbazen ons over de vele flatgebouwen; er is geen zee meer te zien …. We installeren ons rond de middag op de wat meer in het binnenland gelegen CP Huerta de Murcia, midden tussen de citroen- en sinaasappelboomgaarden. We moeten zowaar de schaduw opzoeken gedurende de middag, want het wordt best warm. De citroenboompjes hebben zowel bloesems, knopjes, baby-citroentjes en volwassen citroenen aan één struik. Waarschijnlijk kan er dus het hele jaar geoogst worden.

De dag erop fietsen we vanaf de camping naar de stad Murcia. Het is er gezellig toeven op een zonnig terrasje met uitzicht op de oude basiliek. Op woensdag reizen we weer verder en zien het landschap geleidelijk veranderen van citrus- naar amandelboomplantages, dorre vlaktes en flinke rotspartijen op 1300 meter hoogte en maken een overnachtingsstop op een dorpspleintje in Almagro.

Het is voor het eerst bewolkt als we op donderdag verder rijden. We zien hier en daar hoe de bosbranden huisgehouden hebben, we zien kurkeiken, olijf- en eucalyptusbomen en belanden uiteindelijk in Evora, Portugal op een groot terrein nét aan de rand van de oude Romeinse stadswal. De volgende morgen bekijken we de Romaanse kathedraal en de Templo Romano. Veel gebouwen worden momenteel gerestaureerd en staan in de stijgers.

Op vrijdagmiddag rijden we naar Obidos (boven Lissabon) naar de mooie, rustige, ietwat afgelegen CP Casa Azurra, waar ook solovriend Henk momenteel verblijft. Hij heeft een plekje voor ons gereserveerd en zijn dochter, die hier in de buurt woont, komt op zaterdagmorgen haar auto brengen zodat we de komende dagen daar de omgeving mee kunnen verkennen.

De wegen en bermen zijn hier niet overal even netjes als in Nederland en daardoor verloopt de eerste dag niet helemaal zoals gepland vanwege een lekke band. Na een heerlijke lunch in een Portugees restaurantje vinden we uiteindelijk een bandenzaak waar een vriendelijke goed-engels- sprekende monteur om 6 uur ’s zaterdagsmiddags nog nieuwe banden monteert.

Op zondagmorgen lezen we dat de eerste sneeuw gevallen is in Nederland terwijl hier een lekker zonnetje schijnt. We kletsen even wat bij met onze Engelse buren, die voor een half jaar onderweg zijn, ook voornamelijk door Spanje en Portugal. Even later rijden we naar Cabo Carvoeiro bij Peniche, één van de meest westelijke plaatsen van Portugal. Er zijn flinke golven waar de surfers graag gebruik van maken en ook de ruig gevormde rotsen zijn hier bijzonder mooi. Daarna nemen we nog een kijkje in Baleal, waar voornamelijk surfers leven, wonen en rondreizen met campertjes. Op een terras spreken we 2 Finse jongens, de één woont en werkt hier en de ander komt hem opzoeken want ‘in Finland is het nu ook koud en donker’ Groot gelijk ….

NB: foto’s plaatsen blijft een moeilijk proces met deze blog; hopelijk lukt het nu beter dan de vorige keer …

Overwinteren 1 - Spanje

Het is zo’n 5 graden als we op zondagmorgen 12 november vertrekken. Onderweg schijnt er af en toe een flauw zonnetje. Als we in de Ardennen zijn wordt het steeds grijzer en jawel … als we rond 600 meter hoogte zijn belanden we in de sneeuw ….. We kunnen stapvoets doorrijden en zodra we weer lager komen, gaat het beter. We overnachten in Launois de Vence, een rustig piepklein Frans dorpje.

De volgende dag worden we gewekt door een stralende zon én een haan …. We rijden verder door de glooiende heuvels van de Champagne streek die in prachtige herfstkleuren getooid is. Via een overnachting in Varzy, op de ‘brink’ van een Frans dorp rijden we de volgende dag even onder Clermont Ferrand boven de 1000 meter alweer in de sneeuw! Dachten we toch dat het geleidelijk warmer zou moeten worden maar nee … Dus dat is ’s avonds binnen zitten met de TV en de verwarming aan en een borreltje erbij, wat ook geen straf is …

Na nog een koude nacht op een mega-parkeerplaats in Laissac bij een veemarkt (gelukkig niet in gebruik) met nog zo’n 4 andere campers waar er wel 50 zouden kunnen staan, reizen we verder. De witte toppen van de Pyreneeën komen in zicht en waar het aan de Franse kant wat druk en smal is, is de weg aan de Spaanse kant een verademing. Even na de tunnel de Vielha maken we een stop op een camping in Pont du Suert waar we de volgende dag wakker worden bij een temperatuur van -2. De zon blijft ons echter vergezellen dus hoewel het weer niet uitnodigt om een stadje te bezoeken of een terrasje te pakken, is het wel lekker rijden op deze manier. We komen door het Vall del Noguera wat een prachtig gebied is met diepe kloven, mooie rotstunnels en zelfs fraaie kunstwerken. Het is echter een domper als we een telefoontje uit Nederland krijgen dat een buurman plotseling is overleden. We weten wat het gaat betekenen voor de buurvrouw de komende tijd …

Als we in de omgeving van Zaragosa zijn, komen we door een Australisch aandoend steppe-gebied. Alleen de kangaroes ontbreken nog … Aan het eind van de middag is het maar liefst 16 graden als we in het fraaie Teruel op een mooie parkeerplek in een parkje tegenover het politiebureau met daarnaast de supermarkt overnachten. Wel een plaats én een omgeving om nog eens nader te bekijken … maar eerst toch maar verder richting de warmte. Rond Valencia is het één groot rookgordijn omdat er overal hoopjes afgemaaid graan of althans de resten daarvan in de brand staan. Er hangen heel veel sinaasappels of mandarijnen (het is in ieder geval oranje…) aan de bomen in de vele boomgaarden hier.

Op vrijdag arriveren we na een drukke route deels langs de kust rond de middag op camping Cap Blanch in Albir bij Benidorm. We hebben een tas met van-alles meegekregen van solo-‘pleegmoeder’ Anneke die daar een caravan heeft. Zelf volgt ze begin december per vliegtuig.

Op zaterdagmorgen leveren we de tas af bij kennissen van Anneke en kletsen wat bij met een kop koffie. ’s Middags lopen we naar de ‘Faro del Albir’ (vuurtoren) op een rotspunt in het Parque Natural de Serra Gelada, wat schitterende vergezichten oplevert. Het is hier lekker weer, het leven speelt zich overdag voornamelijk buiten af. ’s Middags rond 5 uur koelt het alweer wat af zodat dan een vest nodig is. Op de camping zijn veel mensen die hier al jaren in de wintermaanden komen en het is hier dan ook een soort dorp waar velen elkaar kennen, dus er wordt wat af gekwebbeld hier …

Wordt vervolgd ….